In alle gemeenten zijn er veel aanbieders van informele zorg. Het gaat hierbij niet alleen om professionele zorg, maar ook om zorg die door vrijwilligers wordt geboden. In veel gemeenten is, hoe gek het ook klinkt, een tekort aan zorgvragers. Dit betekent dat niet alle beschikbare vrijwilligers kunnen worden ingezet, waardoor onvrede onder de vrijwilligers kan ontstaan. Ook zie je dat organisaties hun werkgebied geografisch en inhoudelijk verbreden om de vrijwilligers van werk te kunnen voorzien. Hastijns heeft een methode ontwikkeld die inventariseert hoeveel en welke informele zorgvragen er zijn. Gebleken is dat informele zorgvragers vaak niet zelf de stap nemen om zich te melden bij een loket of organisatie. Gekeken wordt dan ook waar de vragen door wie gesignaleerd kunnen worden, hoe deze signalen kunnen worden geïnventariseerd, en hoe alles op lokaal niveau zo kan worden georganiseerd dat de vragen op een kwalitatief goede manier worden afgehandeld. Niet de aanbieders van informele zorg staan dus centraal, maar de individuele burger met een informele zorgvraag.